In september 2018 werd een tweede artikel gepubliceerd waar ik aan meeschreef.
Voor dit artikel, dat verder werkt op hetzelfde thema als het vorige, gingen we zelf op onderzoek uit naar de meest voorkomende soorten chronische pijn bij borstkankeroverlevers en factoren die hiermee gelinkt kunnen worden.
Een samenvattende poster van dit artikel ontving zelfs een internationale prijs in Parijs!
“First price Master thesis award of European Network of Physiotherapy in Higher Education (ENPHE) 2018, Paris.”
Wat waren onze resultaten?
91 borstkankeroverlevers met chronische pijn deden mee aan het onderzoek.
Een kwart van hen hadden chronische pijnklachten door zenuwschade, 18,7% pijn door weefselschade en 15,4% centrale sensitisatie pijn (dit betekent dat ze door veranderde processen in de hersenen en het ruggemerg sneller pijn ervaren). Bij 40,6% van de vrouwen was er sprake van een gemixte vorm.
Pijn door zenuwschade kwam het vaakst voor. Dit pijntype kan veroorzaakt worden door de kanker zelf of door het invasieve karakter van de behandeling, bijvoorbeeld door het gebruik van chemotherapie.
40 vrouwen werden gediagnosticeerd met centrale sensitisatie. 30 van de 40 patiënten omschreven hun klachten als ‘gewrichtspijnen’.
Er werd een grote associatie gevonden tussen centrale sensitisatie en hormoontherapie. De ontwikkeling van dit pijntype was namelijk meer waarschijnlijk bij vrouwen die hormoontherapie ondergingen.
De 51 vrouwen die pijn door zenuwschade of weefselschade ondervonden, gaven aan een betere levenskwaliteit te hebben dan de vrouwen met centrale sensitisatie. Er werden vooral verschillen gevonden op vlak van algemene gezondheid en fysiek functioneren. De vitaliteit en emotioneel welzijn was gelijk in elke groep.